Hoe kan het zo zijn dat u als Christen niet omkijkt naar uw broeders en zusters in de kerk? Zolang het maar goed gaat met ons, lijkt het ons niet te deren hoe het een ander gaat. Dit is de manier hoe de liefde verkilt. Wanneer was de laatste keer dat u notitie van een ander heeft genomen? Hoe gaat het met die broeder of zuster in een andere gemeente? We zitten niet op een eiland maar we maken deel uit en bouwen aan het Koninkrijk van God!

Draag elkaars lasten, zó leeft u de wet van Christus na.” Galaten 6:2 NBV

En het is heel makkelijk om te zeggen dat het geestelijk goed met u gaat maar daar houdt het niet bij op. U hoort wèl te letten op uw broeders en zusters met ontferming! En niet zoals Kaïn die het niets kon schelen hoe het met zijn broer Abel ging. Kaïn was alleen maar bezig met zichzelf (lees Genesis 4: 1-16).

Het wel en wee van een ander dient u aan het hart te gaan. Wanneer was de laatste keer dat u voor uw broeder of zuster op de bres heeft gestaan in gebed in plaats van klagen? Over uw broeder of zuster roddelen verandert namelijk niet de situatie. Het is de hoogste tijd dat we God gaan vragen hoe we iets kunnen betekenen in het leven van een ander!

In dit vasten zijn we niet alleen bezig met onszelf of onze gemeente maar juist doen we voorbede voor onze broeders en zusters in andere gemeentes en de universele kerk van Christus als een geheel. Laten wij elkaar (ver)dragen in de liefde want de oogst is voor ons allemaal! Wij zijn één Lichaam. We zijn niet verdeeld!

Toen zij weer bij de beek Besor en de tweehonderd achtergebleven mannen kwamen, begroette David hen uitbundig. Maar de slechten onder Davids mannen mompelden: ‘Zij zijn niet met ons meegegaan en krijgen dus ook niets van de buit. Geef hun hun vrouwen en kinderen terug en zeg dat ze moeten maken dat ze wegkomen.’ Maar David zei: ‘Nee, broeders! Het is een geschenk van de Here . Hij heeft ons beschermd en hielp ons de vijand te verslaan. Denkt u dat ook maar iemand het met u eens is? Wij verdelen de buit onder iedereen: degenen die hebben gevochten krijgen evenveel als degenen die onze eigendommen hebben bewaakt.” 1 Samuël 30:21‭-‬24 HTB