Scroll Top

Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis. Hij zei: Ik riep uit mijn benauwdheid tot de HEERE en Hij antwoordde mij. Uit de schoot van het graf riep ik om hulp U hoorde mijn stem. Want U wierp mij de diepte in, in het hart van de zeeën, een watervloed omringde mij; al Uw  baren en Uw golven sloegen over mij heen. En ík zei: Verstoten ben ik van voor Uw ogen; toch zal ik opnieuw aanschouwen Uw heilige tempel. Water omving mij, bedreigde mijn leven, de watervloed omving mij. Zeewier was om mijn hoofd gebonden. Naar de diepste gronden van de bergen daalde ik af in de aarde; haar grendels sloten zich voor eeuwig achter mij. Maar uit het verderf trok U mijn leven omhoog, HEERE, mijn God! Toen mijn ziel in mij bezweek, dacht ik aan de HEERE; mijn gebed kwam tot U, in Uw heilige tempel.” Jona 2:1-7 HSV

Jona rebelleerde tegen God, maar toen hij zichzelf in het binnenste van de vis bevond, waar geen ontkomen aan was, leerde Jona te bidden een gebed van heiliging in Gods plan en doel voor Zijn leven.

Vervolging leert ons te bidden. Zonder vervolging zullen velen nooit weten hoe ze het gebed van heiliging moeten bidden of weten hoe ze naar God moeten bidden of aanroepen met een rein hart.

Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hem lofzingen” Jakobus 5:13 HSV

God Almachtig verwacht van ons dat we naar Hem bidden wanneer we geteisterd worden en Hem altijd aanroepen. Waar gebed wordt geboren in verdrukking.

Laten we samen bidden:

Hemelse Vader, ik dank U voor Uw Woord. Dank U dat U mij leert te bidden ten tijde van verdrukking in Jezus Christus machtige Naam. Amen.