Scroll Top

Bijbelstudieplan 2019

Vandaag lezen we:
Leviticus 14
Mark 14
Psalmen 31

-Voedsel tot overdenking Dag 66-

• Marcus 11: 13-17

Waneer we belasting betalen, debatteren we niet of vragen we de overheid niet wat ze met ons geld doen. Of het geld wordt uitgegeven voor de juiste zaak of niet; maar we houden ons aan de regels en voorschriften van het systeem.

Jezus heeft nooit ruzie gemaakt toen hem werd gevraagd belasting te betalen.

“Zij stuurden wel enkele Farizeeën en een paar aanhangers van Herodes op Hem af. Die moesten proberen Hem op een woord te vangen. ‘Meester,’ zeiden die, ‘wij weten dat U eerlijk bent. Het maakt U niet uit wie U voor U hebt. U vertelt de waarheid over de weg naar God. Maar wij hebben een vraag: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’ Jezus doorzag hen en zei: ‘Waarom stellen jullie Mij op de proef? Geef Mij eens een geldstuk, dan zullen we eens zien.’ Dat deden zij. ‘Van wie is het portret dat hierop staat?’ vroeg Hij, ‘en het opschrift?’ ‘Van de keizer,’ antwoordden zij. ‘Wel,’ zei Jezus, ‘geef dan aan de keizer wat van de keizer is en aan God wat van God is!’ Zij stonden perplex. Daar hadden ze geen antwoord op.”

Wij als gelovigen in Christus worden horen hetzelfde te doen als het gaat om het werk van God. Het is niet aan ons om irrelevante vragen te stellen; wij zijn niet de beoordeler. Laat God beoordelen zijn over hoe de fondsen worden beheerd.

“Spreek geen oordeel uit, dan zal er over u ook geen oordeel uitgesproken worden. Veroordeel niemand, dan zult u ook niet veroordeeld worden. Vergeef en u zult vergeven worden. Geef en u zult iets terugkrijgen, meer dan overvloedig zult u ervoor terukrijgen. Met de maat waarmee u meet, zult ook u gemeten worden.”

Het eerste deel spreekt van oordeel niet en het tweede deel spreekt van geven en ontvangen.

Met andere woorden, als we oordelen vóór of na het geven, diskwalificeren we onszelf van ontvangen.

Bedenk dat alle geven een daad van geloof is tegenover God. Daarom zou het gericht moeten zijn op God en Zijn doel; zodat God ons openlijk zal belonen.

“U weet toch dat de Here u zal belonen voor alle goede dingen die u gedaan hebt, of u nu slaaf bent of vrij man.”

We moeten geen slachtoffer zijn van geven en gemopper, daardoor missen we onze beloning. Wanneer we met tegenzin, met het verkeerde motief en onwillig geven, diskwalificeren we onszelf van het ontvangen van onze beloning van de Heer.

Het is tijd dat we ons kwalificeren voor ontvangst. Als u slachtoffer bent geworden van oordelen, mopperen en geven met een verkeerd motief; bekeert u!

Laten we allemaal het geven zien in Gods perspectief en niet op een vleselijke wijze.

Het is tijd om te ontvangen!

Veel zegeningen in Jezus Naam.

Overdenk het en kom in actie !!!!!